RAMBLIN' ROOTS @ TIVOLI VREDENBURG, UTRECHT - 23/10/21

Artiest info
Website
facebook
TIVOLI VREDENBURG
UTRECHT - 23/10/21

Jo Harman

NinaLynn

Gwenifer Raymond

Vanessa Peters

Jim Keller

Arlan Feiles

Joana Serrat

Samantha Martin

Dayna Kurtz

Diana Jones

Ramblin' Roots is na een jaar onderbreking omwille van de bekende reden terug. Dat is een gebeurtenis waar heel wat roots- en bluesliefhebbers naar uit gekeken hebben. Je merkt het aan de gezichten de mensen zijn blij dat het weer kan, ook de artiesten op het podium zullen telkenmale hun appreciatie uitspreken voor Ramblin' Roots, een festival dat hen na een lange tijd van concertstilte terug een podium biedt dat hen terug vertrouwen geeft om datgene te doen wat ze het liefst doen, live optreden voor een geïnteresseerd publiek .

De publieksopkomst is niet bovenmaats met zo’n 700 aanwezigen. De opzet met slechts 4 zalen voor de optredens is dit jaar soberder gehouden dan anders. Ook grote namen zijn er niet bij met last minute nog een afzegging van Rhiannon Giddens wegens een Covid 19 besmetting. Maar wie erbij was zal kunnen beamen dat hij een geweldige muziekdag heeft beleefd met kwaliteitsvolle roots- en bluesmuziek met hier en daar zelfs een ontdekking. Deze compactere uitgave zonder grote publieksopkomst heeft het voordeel dat naast de grote zaal op het gelijkvloers de drie andere zalen Hertz, Pandora en Cloud 9 in elkaars buurt liggen (tussen de zesde en de negende verdieping) zodat verplaatsingen niet al teveel tijd in beslag nemen.

De optredens overlappen zoals gewoonlijk elkaar maar als je de ene zaal verlaat ben je in korte tijd terug bij een andere zaal aanbeland. Het is een festival en dat zorgt voor een aparte sfeer, het is niet voor iedereen de bedoeling dat je de optredens volledig uitzit maar proeft van de sfeer en de muziek voor en naast het podium of gewoon wat bijkletst met muziekverwanten die je al lang niet meer hebt gezien. Wegens de overlappingen is het kiezen en ik heb mij bij mijn keuze vooral laten leiden door artiesten die ik nog niet live heb gezien. Dat maakt dat een overgang van een rustige singer-songwriter naar een stomende (blues)band enige omschakeling vergt.

Ik start mijn parcours om 15:15 in de Hertz zaal waar Jo Harman het festival mag aftrappen. Jo Harman timmert al sinds 2013 aan de weg met haar eerste album ‘Dirt On My Tongue’. In 2014 is ze meermaals genomineerd en wint ze de award als Beste Zangeres op deBritse Blues Awards. In 2017 verschijnt haar tweede album ‘People We Become’ met opnieuw vooral eigen songs of in samenwerking met haar vaste schrijfpartner en gitarist Mike Davies. Jo Harman heeft inmiddels in haar thuisland Engeland de reputatie van de nieuwe Britse bluesdiva, een gerespecteerde soulvolle blueszangeres. Na een onderbreking komt ze in 2020 aanzetten met een nieuw mini album ‘Signature Soul’. Vandaag zit ze terug in een nieuwe fase, uiterlijk lijkt ze nog nauwelijks op de jonge frisse blueszangeres die ik ooit bij haar debuut live heb gezien. Zij is hoogzwanger en gekleed in een blauwe overall, maar dit terzijde. Haar stem is in die jaren nog rijper en expressiever geworden. Ze laat zich begeleiden aan de vleugel- en de electrische piano door een zekere Emily.

Harman opent haar set met een gospelblues “I Shall Not Be Moved”. Zij zingt solo met enkel piano begeleiding, haar stemt klinkt krachtig waarmee ze naar het eind flink kan uithalen. “Silhouettes” is een eigen song, haar stem en frazering doorvoelen de pijn bij het verwerken van een gebroken relatie. Haar pianiste zingt tweede stem. “Ain’t No love In The Heart Of The City” is een cover van Bobby ‘Blue’ Bland, blue-eyed soul die uitermate geschikt is voor Jo’s blues- en soulstem die het hele halfrond van de Hertz zaal vult en naar het einde toe luider gaat klinken met krachtige uithalen. “Keep you Guessing” een recente song in een samenwerking met Stefan Redtenbacher is een mooie ballade voorzien van Emily’s prima piano getokkel. Jo Harman zet zich ook in voor Amnesty en werd een paar jaar geleden gevraagd voor een optreden. Het gospel geïnspireerde civil rights lied “Oh Freedom” zingt ze zonder micro, waarna ze haar eigen song “(This is my) Amnesty” overtuigend met veel invoeling neerzet met een knappe begeleiding. Emily zingt zachtjes mee. De laatste song “When we were Young” krijgt een lichte groove mee. Harman haalt nog een laatste keer uit met haar formidabele stem. Een blij weerzien met een van de vocale sterkhouders van de Engelse bluesscene om deze veelbelovende dag te beginnen.

Setlist : I Shall Not Be Moved / Silhouettes / Ain’t No love In The Heart Of The City (Bobby ‘Blue’ Bland cover) / Keep you Guessing / No One Left To Blame/ Oh Freedom (Trad./Joan Baez cover)/ (This Is My) Amnesty / When We Were Young

Van blues naar country is maar een kleine stap hier in TivoliVredeburg. Ik knoop aan bij de laatste 20 minuten van het optreden van NinaLynn. NinaLynn is een nieuwe jonge Nederlandse zangeres die dit voorjaar uit het niets van haar deed spreken met een opmerkelijk debuut ‘Hummingbird’. In deze korte tijdspanne raak ik vlug overtuigd van de zangkwaliteiten en het talent van deze opmerkelijke jongedame. “Ways To Wander” is een zalig relaxte country song. NinaLynn heeft een driekoppige begeleidingsband waarin vooral het gitaarspel van multi instrumentalist Janos Koolen opvalt. Hoewel het repertoire vooral country getint is, komen ook andere invloeden naar voor. “A Bold Young Farmer” is een oud Engels folkliedje over het vinden van vrijheid, het is de enige cover van de avond, een lied dat bij ons vooral bekend is in de versie van Eva Cassidy.

NinaLynn zingt het bij aanvang op een traditionele folk wijze, aan het eind wordt de begeleiding forser en vallen gitaar, bas en drums in en wordt het folkrock. Het publiek smult en NinaLynn straalt. Bij “Seasons” kan ze met gemak iedereen aanzetten om ooh ooh mee te zingen. NinaLynn heeft een mooie stem die aanleunt bij zangeressen als Alison Krauss en Ilse Delange. Het is een mooi wiegend liedje, tintelend fris. Er rest nog net tijd voor een laatste nummer “Freebird” een country-folk nummer dat dit gesmaakt optreden afsluit onder groot applaus. Hoewel het repertoire vooral country getint is is haar stem rijp voor andere aanverwante stijlen.

Van het lichte country genre naar instrumentale folk met virtuoos snaren getokkel wordt mijn volgende halte in de Hertz zaal. Gwenifer Raymond is een jonge muzikante uit Wales. Zij maakte drie jaar geleden met haar debuut ‘You Were Never Much of a Dancer’ zodanig indruk dat The Guardian haar vijf sterren toekende. Haar gitaarspel is geïnspireerd door John Fahey waarbij ze net als hij haar eigen weg aflegt in het exploreren en integreren van stokoude Amerikaanse blues. Bert Jansch, Davey Graham, Led Zeppelin (III), John Martin zijn bekende Britse folkartiesten die zij oproept en die nadrukkelijk in haar spel aanwezig zijn, alleen speelt Gwenifer Raymond alles volledig instrumentaal. Daartoe zit Gwenifer blootvoets met gekruiste benen voorovergebogen met haar gitaar op haar knie. Aanvankelijk mis je een zangstem bij het folky gitaargetokkel maar bij het vierde nummer ben je helemaal om en merk je dat Raymond met haar imponerend gitaarspel de nummers boeiend houdt met zachte en meer gestrumde passages. Het klinkt nooit rauw, saai of slordig. Zijn de eerste paar nummers nog een demonstratie van haar virtuoos gitaarspel, met vingervlugge fingerpicking dan merk je in de ‘songs’ die daarop volgen beter de structuur op en haar invloeden naast het intense gesoleer. Ik zit de rit geboeid uit en zie mijzelf beloond met de laatste song. “Hell for Certain” is een indrukwekkende synthese van alles wat vooraf ging. Melodie, intens vingervlug gitaarspel met de nodige toonvariaties, alles samen heel straf. Ik verlaat het halfrond met open mond.

Setlist: The Three Deaths Of Red Spectre/ Deep Sea Diver/ Worn Out Blues/ Marseilles Bunkhouse 3 AM/ Gwaed Am Gwaed/ Ruben’s Song/ Eulogy For Dead French Composer/ Off To See The Hangman Pt II/ Hell For Certain

Nog danig onder de indruk van het verbluffend snarengetokkel van de jonge Britse Gwenifer Raymond besluit ik om nog het laatste deel van het optreden van de Texaanse Vanessa Peters & The Electrofonics mee te pikken in de Cloud Nine zaal. Het is opnieuw flink omschakelen naar dit keer een rock pop bandgeluid.

Vanessa Peters die afwisselend in het Italiaanse Luca en het Texaanse Dallas verblijft, kwam terecht in de eerste Italiaanse lockdown. Met een aantal Italiaanse muzikanten maakt ze haar laatste album ‘Modern Age’. Het is een album dat nog meer dan haar voorlaatste album ‘Foxhole Prayers’ de folkpop en rock richting uitgaat in tegenstelling tot haar vroegere albums die meer rondwaarden in de Amerikaanse rootsmuziek.

Zoals meerdere van de artiesten die we al gezien hebben als Jo Harman, NinaLynn, is ook Vanessa Peters heel blij dat ze opnieuw kan optreden en zeker hier in Nederland waar men haar al veel langer kent. Zo verbleef ze een aantal jaar geleden hier op hotel in Utrecht waar ze zogoed als een volledig nieuw album neerpende. Of je nu al dan niet fan bent van dit soort lichter of steviger pop rock genre, Peters overtuigt mij onmiddellijk met haar kristalheldere mooie stem en haar goedgeschreven eigen songs die duidelijk gaan over haar eigen ervaringen, gevoelens en frustraties. “Fight” gaat over de strijd die ze met zichzelf moest leveren toen ze min of meer in een depressie belandde. “Carnival Barker” is uptempo met een melodieuze gitaarsolo als outro. Haar puike Italiaanse begeleidingsband met daarin het uitstekende kringelende gitaarspel van Federico Ciancabilla levert de perfekte backing.

Uit de setlist: Never Really Gone / Still Got Time / Fight / Just One Of Them / What You Can’t Outrun / Carnival Barker / A Good Judge

Ik zag Jim Keller eerder deze week en stond paf van wat die allemaal in huis had aan kunnen. Keller heeft een diepe stem, is een begenadigd songschrijver en gitarist en is thuis in velerlei Amerikaanse rootsmuziekstijlen. Begeleid door een vierkoppige Nederlandse begeleidingsband met Jan van Bijnen op gitaar is het optreden van Jim Keller inmiddels voorbij. Naar verluid was het opnieuw top!

Voor mijn volgend optreden kies ik resoluut voor de blues van Samantha Martin & Delta Sugar. Ik had ook rond hetzelfde uur kunnen opteren voor het croonend stemgeluid van de Amerikaanse singer songwriter Arlan Feiles die ik ook al eerder deze week aan het werk zag gezeten aan de piano voor het uitvoeren van zijn geëngageerde songs met een duidelijke persoonlijke stempel óf voor de wat zweverige americana sound van de jonge van Spaanse origine Joana Serrat.

Als ik opnieuw de Cloud Nine binnenkom, word ik vrijwel onmiddellijk gegrepen door de geweldige klep van blueszangeres Samantha Martin. Zij is klein van gestalte maar haar stemgeluid heeft des te meer power. Samantha Martin deed in het verleden van zich spreken met een trits bluesalbums waarin ze geleidelijk opschoof van het meer roots- en gospelgerichte debuut album ‘Send the Nightingale’ uit 2015, naar de Memphis soul van ‘Run to me’ uit 2019 tot het nieuwe album ‘The Reckless One’ dat in volle lockdown periode werd klaargestoomd waarop dit keer terug gegrepen wordt naar de hoogtijdagen van de soulrevue: Rock ‘n’ roll, soul en gospel oftewel blues en soul met rock invloeden.

De strakke soulvolle zeskoppige begeleidingsband met een voorname rol voor orgelist Jimmy Hill en de twee zwarte backings Sherie Marshall & Stacie Tabb die samen naast Samantha vooraan staan, heeft een wervelende stuwende kracht. De drie koppige blazersectie is er voor de Europese tournee niet bij, maar dit doet niets af aan de lekker rauwe bluespower energie die de hele Cloud Nine vult.

Samantha Martin is van Canadese origine en in haar thuisland Canada een household name. Zo stond zij eind augustus als headliner geprogrammeerd op het befaamde Limestone City Blues festival in Kingston, Ontario. Heel de set is opgezet als een daverende bluesshow rond haar laatste album ‘The Reckless One’ met daarin prijsbeesten als een stampend “Don’t Have To Be” en het razend swingende op River Deep Mountain High leest neergepote “Pass Me By”. Samantha’s rauwe strot gaat door merg en been. Zij is als frontdame een blues diva die alle aandacht trekt met haar aanstekelijke powerstem die de luisteraar als een magneet aanzuigt en overdondert. “My Crown” is weerom een wervelende soulstamper waarin Samantha zich volledig smijt a la Janis Joplin. In het afsluitende “Loving You Is Easy” haalt ze nog eens alles uit de kast: backings, orgel, gitaar, ritme sectie alles samen één brok opzwepend ritme als een denderende trein achter de hartbrekende vocale kracht van Samantha. Samen met alle aanwezigen heb ik genoten van deze superieure soul- en bluesshow met een geweldige frontvrouw.

Setlist: Meet me in the Morning / Love is all Around / Don’t have to Be / So I always Know / You are the Love / All that I Am/ I’ve Got a Feeling / Pass me By/ Chasing Dreams / Dark Angel / My Crown / Loving You is Easy

Het contrast kan niet groter zijn als ik aansluitend voor het eerst de Grote Zaal binnenkom voor het optreden van Dyana Kurz en Robert Maché. Komt Samantha Martin eerder schreeuwerig over, dan is Dyana Kurz haar complete tegenpool met een beheerst bluesy stembereik. Less is more.

Dit is in menig opzicht een opmerkelijk optreden. Normaal hadden hier Rhiannon Giddens & Francesco Turrissi moeten staan, maar Rhiannon moest in laatste instantie forfait geven wegens besmetting met het coronavirus, waarna donderdagmorgen om 7:00 Dayna Kurtz in New Orleans werd opgebeld door haar Nederlandse boekingsagente Sandra om de open gevallen plaats in te nemen. Dayna Kurtz moest in eerste instantie wat bekomen van de emotie maar is daarna uitermate opgezet met het ‘geschenk’ uit Nederland. Opmerkelijk is ook dat Dayna Kurtz vorig jaar in maart net voor het invoeren van de eerste lockdown nog in Nederland verbleef, bijna aan het einde van een tour toen ze ijlings naar Amerika moest vertrekken en nu na anderhalf jaar concert stilte terug in allerijl naar Nederland wordt gehaald voor een éénmalig optreden zodat het lijkt op een hallucinante voortzetting van die tournee ware het niet zo vertelt de zangeres dat ze zondagavond al terug moet zijn voor een optreden in haar thuisstad New Orleans.

Dayna is in het gezelschap van haar trouwe muzikant/partner Robert Maché die afwisselend mandoline en gitaar speelt. Kurtz heeft al een tijdje niet meer opgetreden, maar haar songs zijn zo danig met haar verbonden dat dit geïmproviseerd optreden als vanouds op zijn pootjes terecht komt en beklijft op een vals gestemde banjowissel na. Haar klagend mooie bluesstem vult de hele grote zaal. Het wordt een optreden met voor mij vele hoogtepunten. Dayna Kurtz heeft een karakteristieke stem, een krachtige van whiskey doordrongen smoky alt waarmee zij haar poëtische songs brengt met hartverscheurende passie. In het gezelschap van haar trouwe compagnon gitarist Robert Maché krijgen haar songs net datgene dat hen sterker maakt. “It’s How You Hold Me” is zo’n hoogtepunt, een slow song met een emotionele geladenheid gevoed door Robert’s precieze gitaaraccenten gelegd onder Dayna’s krachtige stem die de hele grote ruimte vult zonder bij haar de minste schreeuw. Beide zitten erbij alsof ze bij jou thuis in de sofa zitten. “Reconsider Me”is een trage gospelblues met een pakkend klagend refrein.

Bij “Raise the Last Glass” gaat Dayna hoger zingen bij een fijne tokkel van Maché met andermaal een refrein ‘Who'll watch the last dawn? Who'll sing the last song? Who'll raise the last glass at the end of the world? What if the trouble came straight to your door? dat de zinnen beroert. “A-Grade” is een leuk tussendoortje, een country tune met een koddige tekst en nog een electrische gitaarsolo. ”How Do I Stop” schreef ze nadat Aretha Franklin overleed, een eerbetoon maar tegelijk een song die ze via de geest van Otis Redding naar Aretha wou sturen om door haar te laten opnemen. Zo groot is haar bewondering voor Aretha. Ze zingt het invoelend op soulvolle wijze Otis en Aretha waardig met knappe stemuithalen, mooi, een waardig tribute. “Venezuela” klinkt als een traditioneel Mexicaans volksliedje met snarenwerk op mandoline en gitaar. Dayna zingt het à la Linda Ronstadt, krachtig en laat de emotie voelen met een pakkend refrein. “Love Gets in the Way” is terug een trage blues. Dayna haalt uit met haar stem en voegt op gitaar toe net datgene wat nodig is. Resultaat het lied blijft nog even in je hoofd hangen waarna Maché finaal met een laatste noot afsluit. Sterk! “You’ll Always Live Inside of Me” (Bobby Charles cover) is een lied om de doden te eren om af te sluiten, een enigzins tegenvallende apotheose wegens een vals gestemde banjo. Dit was wellicht het beste optreden van de dag omwille van het groot aantal songs voorzien van een emotionele lading die de luisteraar weet te raken en hem in een zachte weemoedige stemming brengt.

Setlist: Mama / Another black Feather / It’s How You Hold Me / Reconsider Me / Raise the Last Glass/
A-Grade / How Do I Stop / Venezuela / Love Gets in the Way / You’ll Always Live Inside of Me (Bobby Charles cover)

Diana Jones is sinds 2006 een vertrouwde naam in rootskringen hier in Nederland. Zij is nu eindelijk terug in de Lage Landen voor een tournee van twee weken. Ik zag haar ook al eerder deze week aan het werk. Met haar karakteristieke stemgeluid weet ze deze keer op haar nieuw album ‘Song To A Refugee’ op haar eigen onnavolgbare wijze de uitzichtloze vluchtelingenproblematiek een stem te geven in pakkende verhalende songs die bij menig americana liefhebber een snaar raken. Diana Jones is live in alle eenvoud nooit minder dan uitstekend.

Zoals elk nadeel zijn voordeel heeft kan ik op hetzelfde moment naar de nog onbekende artiest Our Man In The Field. Is het alias voor de Londense singer songwriter Alexander Ellis die eind september vorig jaar zijn debuut album ‘The Company Of Strangers’ uitbracht. Ik heb dit album vooraf beluisterd en was onder de indruk van het warme intieme hoge stemgeluid van Ellis omgeven door een rustig troostend op pedalsteel geschoeid americana geluid.

Als ik de Pandora zaal binnenkom word ik direct meegenomen in het rustige americana geluid met pedal steel. Het is inmiddels 21:55 en ik ga ervan uit dat Our Man nog een dik half uur tegoed heeft. Het heeft heel wat voeten in de aarde gehad om de band tot hier te krijgen wegens de covid restricties, maar toch zijn ze erin geslaagd na 15 uur onderweg om hier in Utrecht te geraken. Het is het eerste optreden hier in Nederland. Rond 22:40 kom ik te weten dat het optreden zo’n 20 minuten later is begonnen. Het was tot dan al meer dan goed geweest en ben aangenaam verrast dat het optreden er nog niet op zit. Van vermoeidheid tijdens het optreden is geen sprake. In die tijdspanne komen heel mooie songs voorbij zoals “Thin (I Used To Be Bullet Proof)” met een hoog (jonge) Neil Young gehalte in de stem en prachtig steel geluid, “Swansong (Don’t Play With Matches)” met aanzwellende steel en ritmisch meevoerend. Ellis’ stemtimbre doet wat denken aan artiesten als Ray LaMontagne, Dylan LeBlanc, Joe Purdy of een jonge Neil Young. Hij staat ontspannen op het podium ondanks de vermoeiende dag en licht telkenmale bij elke song de oorsprong toe. Dat verhoogt de betrokkenheid van de luisteraar bij zijn verhalende songs. “Come Back To Me” is een nieuwe song, uit het volgende album dat binnenkort wordt opgenomen, en gaat over een jeugdvriend die hij 15 jaar niet meer had gezien. Lichten uit, zingt ingetogen, dobro lapsteel nu, warm, smaakvol verfijnd geluid. “Pockets” gaat terug naar een jeugdvriend die in alles er eerst bij was: over de moeilijke omstandigheden waarin hij toen werk en het prille vaderschap moest combineren, een situatie die Ellis pas veel jaren later kon begrijpen. Mooi refrein, een zachte zalvende stem met toch genoeg expressie die Ray LaMontagne oproept en dat zalig pedal steel geluid! “Easy Going Smile” heeft een connectie met John Denver’s “Leaving On A Jet Plane” maar dan geschreven vanuit de persoon die wordt achtergelaten. Het is een triestige song, tekst, sfeer en stem voeren je helemaal mee. “Glad To See You” is een covid verhaal over een jongeman die in het hospitaal terechtkwam, die er slecht aan toe was met als enig lichtpunt de glimlach van de twee verpleegsters die elke morgen binnenkwamen. Het is een leuke positieve song, met op de achtergrond de pedal steel die tekent voor een weemoedig geluid. Het pedal steel geluid van Henry Senior is alomtegenwoordig maar is ingebed in het mooie Americana soundscapegeluid en is nergens stroperig. De muziek van Our Man In The Field klinkt vertrouwd, maar voelt nergens aan als ouderwets of als dertien in een dozijn. Er is nog tijd voor een bis “I Like You So I Kill You Last” en die is verrassend met een forser ander geluid, meer een bluessong met aan het eind toch nog dat streepje pedal steel.

Het is inmiddels 23:05 als het optreden inclusief Encore gedaan is. Our Man heeft dan 1:15 u op het podium gestaan, onverwacht mijn langste concert van de avond. Het optreden heeft onverwacht veel langer geduurd, geen enkele mindere song. Een aanrader voor liefhebbers van rustige goed gezongen luisterliedjes in een americana contekst. De schaarse aanwezigen zo’n 40 man hebben kennis kunnen maken met deze “nieuwe” artiest waarvan we zeker nog gaan horen en die een veel groter publiek verdient.

Setlist:Don’t Speak/ Stick Around/ Thin (I Used To Be Bullet Proof)/ Swansong (Don’t Play With Matches)/ Come Back To Me (new) /Pockets/ L’Etranger (new)/ Easy Going Smile/ Glad To See You (new)/ Go Easy (new)/ The Road (new)/ It Is What It Is Encore: I Like You So I Kill You Last

Mijn pijp is leeg. Het is al laat om eventueel nog een laatste nummer van de Leif de Leeuw Band in de Grote Zaal te gaan meepikken. Samengevat was dit geen topeditie maar dat hoeft ook niet. Moe maar tevreden verlaat ik dit prachtige pand. Het deed deugd om mij na lange tijd een hele dag (acht uur lang) te laten onderdompelen in de vele muziekjes die het americana genre rijk is.

Marc Buggenhoudt.

Foto's Yvo Zels.